Het stokstaartje heeft kenmerken want ze verschillen van kleur. De kleuren zijn van lichtbruin naar grijs naar lichtgrijs. Hij heeft ook donkere strepen en een vuilwitte kop. Een stokstaartje is een teenganger, hij loop allen op zijn tenen. Het dier heeft een staart van 18 tot 25 centimeter lang. De ogen van een stokstaartje zitten aan de voorkant van zijn kop. Hij is een snel een roofdier en je kan dat zien aan hoe zijn ogen staan. Hij heeft een zelfde soort bek als mensen maar dan kleiner. Het dier heeft een vacht omdat het een zoogdier is. Het is een warmbloedig dier, dat houd in dat zijn lichaam hem vanzelf op temperatuur houdt. Er bestaan grijze, lichtgrijze en lichtbruine stokstaartjes. Je kan stokstaartjes vinden in Pairi daiza, Planckendael en in dierenpark Amersfoort. Het stokstaartje gaan niet ver van zijn hol vandaan. Als hij een vijand ziet zoals een roofvogel vlucht hij in z'n hol. Het vrouwtje waarmee ze meestal paren heet het alvavrouwtje. Na drie weken kunnen de jongen zelf overleven. Ze worden geleerd te jagen, te waken en op de uitkijk te staan. De jongen gaan veel spelen en ontdekken. De moeder geeft ze eten en dat eten ze dan.